nog drie argumenten voor de minister

Aanvulling op de verhandeling van de NVvTO, gestuurd naar o.a. de leden van de vaste commissie van OCenW.

Thuisonderwijs,

nakomende aandachtspunten door de NVvTO

als aanvulling op Thuisonderwijs: erkenning en toezicht

Een reactie op de notitie “Thuisonderwijs in Nederland” van Maria van der Hoeven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Nederlandse Vereniging voor Thuisonderwijs

Postbus 761, NL-1180 AT Amstelveen

telefoon 020-6404690 (21 tot 22 uur), fax: 0320-258098

internet: www.nvvto.nl, e-mail: nvvto-commpolitiek@yahoogroups.com

postgiro 6113905

Aan: De leden der Vaste Kamercommissie OC&W en hun medewerkers

Betreft: Thuisonderwijs, nakomende aandachtspunten

Lelystad, 6 oktober 2003

Zeer geachte commissieleden en medewerkers,

In aanloop tot het debat over thuisonderwijs op 9 oktober (*noot 1) aanstaande wil de NVvTO u nog de volgende drie zaken onder de aandacht brengen.

Advies van Stichting De Ombudsman

Stichting De Ombudsman heeft de laatste jaren veel klachten ontvangen over thuiszittende kinderen. Zij komt in het onderzoeksrapport dat zij in juni jongstleden hierover heeft doen uitgaan o.a. tot de volgende aanbeveling: “Kinderen die niet naar school kunnen gaan, omdat er geen geschikt onderwijs voorhanden is moeten een beroep kunnen doen op thuisonderwijs. De kwaliteit van het thuisonderwijs moet gelijk zijn met het onderwijs op school, zodat het kind gedurende deze periode geen onnodige achterstand oploopt.”

Wij merken hierbij op dat De Ombudsman bij deze aanbeveling de recente onderzoeksresultaten naar thuisonderwijs kennelijk niet heeft meegenomen waaruit is gebleken dat het gevaar voor leerachterstanden van thuis onderwezen kinderen sowieso klein is. In elk geval is staat de opvatting van de Minister om thuisonderwijs beperkt te houden tot kinderen van richtingbezwaarde ouders haaks op deze aanbeveling van De Ombudsman. Er valt nu dan ook te stellen dat de opvatting van de Minister over thuisonderwijs de belangen van thuiszittende kinderen niet dient.

Het geciteerde rapport is te lezen in:

Notitie_thuiszitters_SOM.PDF.

Verkenning van de Onderwijsraad

De verhouding tussen thuisonderwijs, de opvatting daarover van de Minister en artikel 23 van de Grondwet is reeds uitgebreid besproken in de verhandeling die wij u hebben doen toekomen. Ons rest nog te melden, dat de Onderwijsraad al in juli 2002 een verkenning van artikel 23 Grondwet heeft doen uitgaan, getiteld ‘Vaste grond onder de voeten’. In paragraaf 6.1.3 op pagina 87 bepleit deze verkenning op voorzichtige wijze de legalisatie van thuisonderwijs: “Moet het niet mogelijk worden dat burgers weer opteren voor huisonderwijs,ook in de leerplichtige fase? Kan digitaal afstandsonderwijs een deel van het schoolonderwijs gaan vervangen en wat is dan de betekenis van het geven van leerplichtig onderwijs in een school(gebouw)? Dienen particuliere scholen niet meer vrijheden te krijgen?”

Ook hierbij mag men zich afvragen of deze suggestie zo voorzichtig gesteld was geweest, als de Onderwijsraad meer inzicht had gehad in het wetenschappelijk inzicht rond de effectiviteit van thuisonderwijs. Het eerste Nederlandstalige overzichtsartikel hierover, dat van Dr. H. Blok in het Nederlands Tijdschrift voor Onderwijsrecht, was op het moment van publicatie van deze verkenning nog niet in druk verschenen.

De verkenning is op te halen van:

http://www.onderwijsraad.nl/pdfdocs/artikel23.pdf.

Desinformatie van ouders

Het ministerie van OC&W stuurt aan alle ouders van kinderen die de schoolgaande leeftijd naderen een brochure over hun rechten en plichten, deze is getiteld “De basisschool, gids voor ouders en verzorgers”. Schijnbaar biedt deze gids alle informatie over de plichten en mogelijkheden van ouders t.a.v. de schoolgang. Hij vermeldt bijvoorbeeld keurig: “Scholen moeten uw kind de dagen vrij geven waarop het vanwege uw geloofs- of levensovertuiging niet op school kan zijn.” Deze gids bevat bevat echter geen enkele informatie over het recht op leerplichtvrijstelling dat ouders kunnen ontlenen aan eventuele richtingbedenkingen. De Minister hecht er blijkens haar notitie over thuisonderwijs aan “het schoolonderwijs zo aantrekkelijk te maken dat alle leerplichtige kinderen onderwijs kunnen volgen aan een school van hun keuze. De school moet een plek zijn waar respect heerst voor elkaars overtuigingen.”

Wij moeten hier vaststellen, dat het ministerie van OC&W zelf niet handelt vanuit respect voor andermans overtuigingen. Deze gids houdt ouders op een cruciaal punt onwetend. De plaatsing van een kind van onwetend gehouden ouders op een school maakt immers een eventueel richtingbezwaar prompt ongeldig, zo schrijft artikel 8 lid 2 van de Leerplichtwet voor.

U kunt dit zelf nagaan. De schoolgids van 2002 is op te halen van:

http://www.minocw.nl (PDF). Het woord ‘vrijstelling’ komt hierin niet voor. De papieren versie van 2003 (die ten tijde van dit schrijven nog niet op de site stond) betekende geen verbetering.

Met vriendelijke groeten, namens het verenigingsbestuur,

Peter J. van Zuidam

telefoon: 0320-257778

mobitel: 06-50570999

e-mail: nvvto-commpolitiek@yahoogroups.com

*Noot 1 van websiteredactie: het betreffende overleg van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is uitgesteld tot 30 oktober 2003

Leave a Reply

You must be logged in to post a comment.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.