Scriptie
Een ongehoorde keuze: Huisonderwijs als alternatief naast schoolonderwijs
Auteur: A.H.N. Wakelkamp
Hogeschool Arnhem Nijmegen, juni 1996
Inhoudsopgave
Samenvatting
Conclusies
English Summary
Downloads
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING
INLEIDING
1 WAAROM KIEZEN OUDERS VOOR HUISONDERWIJS?
1.1 INLEIDING
1.2 KRITIEK OP HET ONDERWIJS IN SCHOLEN
1.2.1 Ontevredenheid over de school als leef- en leeromgeving
1.2.2 Verzet tegen de identiteit en doeleinden van scholen
1.2.3 Ontevredenheid over de kwaliteit van het onderwijs
1.3 DE INTRINSIEKE WAARDE VAN HUISONDERWIJS
1.3.1 De thuissituatie is een natuurlijke plek en uitvalbasis om te leven en te leren
1.3.2 Het onderwijs kan flexibel ingericht worden en afgestemd worden op de behoeften van de kinderen
1.3.3 Huisonderwijs is voor de ouders een verrijkende ervaring en versterkt het gezinsleven
1.4 LEVENSBESCHOUWELIIKE EN ONDERWIJSKUNDIGE RICHTINGEN
2 RESULTATEN VAN HUISONDERWIJS
2.1 INLEIDING
2.2 RESULTATEN VAN HUISONDERWIJS
2.2.1 Leerprestaties
2.2.2 Sociaal-emotionele ontwikkeling
2.2.3 “Their chosen aims”
2.3 ACHTERGRONDVARIABELEN
2.3.1 Het opleidingsniveau van de ouders
2.3.2 Inkomen van de ouders
2.3.3 Onderwijsbevoegdheid
2.3.4 Gezinssamenstelling
2.3.5 Geloofsovertuiging
2.3.6 Conclusie
2.4 KANTTEKENINGEN
3 HUISONDERWIJS IN DE PRAKTIJK
3.1 INLEIDING
3.2 DE INRICHTING VAN HUISONDERWIJS
3.2.1 De rollen van de ouders
3.2.2 Verschillende vormen van discipline
3.2.3 Leerplan
3.2.4 Tijd
3.2.5 Hulpmiddelen
3.2.6 Evaluatie, diagnostisering, remediëring
3.2.7 Een verklaring voor het succes
4 DE INBEDDING VAN HUISONDERWIJS
4.1 INLEIDING
4.2 DE OVERHEID
4.2.1 Verenigde Staten
4.2.2 Engeland
4.3 ONDERSTEUNING
4.3.1 Verenigde Staten
4.3.2 Engeland
4.4 DE RELATIE MET SCHOLEN
5 HUISONDERWIJS EN DE WET
5.1 INLEIDING
5.2 DE PLAATS VAN HUISONDERWIJS IN DE ONDERWIJSWETGEVING
5.3 MOGELIJKHEDEN TOT VRIJSTELLING VAN DE LEERPLICHT
5.3.1 Wat is leerplicht?
5.3.2 Vrijstelling van de verplichting tot inschrijving
5.3.3 Artikel 15
5.3.4 Conclusie
5.4 HUISONDERWIJS BINNEN SCHOOLONDERWIJS
5.4.1 Wat is een school?
5.4.2 oprichting van een uit de openbare kassen bekostigde bijzondere schaal
5.4.3 Huisonderwijs ondergebracht bij een bestaande basisschool
5.4.4 Oprichting van een niet-bekostigde school
5.4.5 Aanwijzing als onderwijsinstelling door de minister
5.4.6 Conclusie
5.5 HUISONDERWIJS EN EUROPEES RECHT
6 HET DRAAGVLAIK VOOR HUISONDERWIJS IN NEDERLAND
6.1 INLEIDING
6.2 UITGANGSPUNTEN VAN HET NEDERLANDSE ONDERWIJSBELEID, MET NAME TEN AANZIEN VAN LEERPLICHT
6.2.1 Leerplicht is nodig
6.2.2 Leerplicht en schoolplicht zijn identiek
6.2.3 Verantwoordelijkheid voor de voortgang van het leerproces
6.2.4 Zo maximaal mogelijke aanwezigheid
6.2.5 Startkwalificatie
6.2.6 Preventie
6.2.7 Michiel de Ruyter
6.3 REACTIES VAN POLITIEKE PARTIJEN
6.3.1 CDA
6.3.2 D’66
6.3.3 PVDA
6.3.4 VVD
6.4 REACTIES VAN PEDAGOGISCHE STUDIECENTRA
6.4.1 APS
6.4.2 CPS
6.5 COMMENTAAR 51
6.5.1 Redenen om te kiezen voor huisonderwijs
6.5.2 De leerprestaties
6.5.3 Persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke toerusting
6.5.4 Toezicht
6.5.5 Verantwoordelijkheid
6.5.6 Kip of ei
6.6 BETEKENIS VAN DE ERVARINGEN MET HUISONDERWIIS VOOR HET SCHOOLONDERWIIS
6.6.1 Ouders betrekken bij het onderwijs en de opvoeding van hun kinderen
6.6.2 Maatwerk leveren in het leeraanbod aan kinderen
6.6.3 Kinderen ervaring laten opdoen met verschillende vormen van discipline
6.6.4 Gebruikzaken van een groot aantal hulpmiddelen, mensen en lokaties
7 CONCLUSIES
BIJLAGE 1. LITERATUUR
BIJLAGE 2. GERAADPLEEGDE INSTANTIES
ENGLISH SUMMARY
SAMENVATTING
In Nederland gaan kinderen naar school zodra ze leerplichtig zijn (en soms al wanneer ze nog niet leerplichtig zijn). De koppeling tussen leerplicht en schoolplicht is in de Leerplichtwet 1969 vastgelegd. Kinderen gaan naar school tenzij er overwegende, door de ouders aangedragen en door de overheid erkende, redenen zijn om een kind niet naar school te sturen.
In een aantal Engelstalige en Scandinavische landen is sinds ongeveer twintig jaar huisonderwijs sterk in opkomst. In de Verenigde Staten krijgen nu ongeveer één miljoen kinderen huisonderwijs; in Engeland houden ongeveer tienduizend gezinnen zich bezig met huisonderwijs. Ouders die kiezen voor huisonderwijs, sturen hun kinderen niet naar school maar geven zelf vorm aan het onderwijs voor hun kinderen.
Dit onderzoek heeft als doelen:
- Het samenvatten van de resultaten van onderzoeken over huisonderwijs zoals zich dat gedurende de laatste twintig jaar ontwikkeld heeft in de Verenigde Staten en Engeland
- Nagaan welke mogelijkheden er in het licht van de Nederlandse onderwijswetgeving bestaan voor huisonderwijs
- De mening peilen van een aantal politieke partijen en pedagogische studiecentra omtrent huisonderwijs.
In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de redenen die ouders in de Verenigde Staten en Engeland opgeven om te kiezen voor huisonderwijs.
Ouders kiezen om veel verschillende redenen voor huisonderwijs. Veel ouders zijn ontevreden over het schoolonderwijs:
Ze zijn ontevreden over de school als leef- en leeromgeving Ze verzetten zich tegen de identiteit en doeleinden van scholen
Ze zijn ontevreden over de kwaliteit van het onderwijs.
Naarmate het voorbeeld en de voordelen van huisonderwijs bij meer mensen bekend werden, hebben steeds meer mensen gekozen voor huisonderwijs vanwege de intrinsieke waarde. Redenen die dan genoemd worden, zijn:
- De thuissituatie is een natuurlijke plek en uitvalbasis om te leven en te leren
- ouders kunnen maximaal invloed uitoefenen op de opvoeding van hun kinderen
- Het onderwijs kan flexibel ingericht worden en afgestemd worden op de behoeften van de kinderen
- Huisonderwijs is voor de ouders een verrijkende ervaring en versterkt het gezinsleven
De meeste ouders begonnen in de jaren zeventig en tachtig met huisonderwijs nadat hun kinderen enige jaren schoolonderwijs genoten hadden. Hun keuze in deze eerste fase was een reactie op het schoolonderwijs. Inmiddels is huisonderwijs in een tweede fase beland waarin steeds meer ouders al gekozen hebben voor huisonderwijs voordat hun kind de leerplichtige leeftijd bereikt heeft. Zij kiezen voor huisonderwijs omdat zij overtuigd zijn van de intrinsieke waarde ervan.
Ouders die voor huisonderwijs kiezen, vormen een gemengd gezelschap – ze beperken zich niet tot bepaalde geloofs- of politieke stromingen, inkomensklassen of opleidingsniveaus. De opvattingen van de ouders over het doel en de inrichting van (huis)onderwijs lopen sterk uiteen. Hood (1991) onderscheidt vier onderwijskundige filosofieën – essentialisme, progressivisme, perennialisme en existentialisme. Steeds meer ouders kiezen op pragmatische gronden voor huisonderwijs: zij ervaren in hun kennissenkring dat de leerprestaties en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen er vaak op vooruitgaan met huisonderwijs.
In hoofdstuk 2 wordt een overzicht gegeven van de resultaten van huisonderwijs en van de omgevingsfactoren die geopperd worden om deze resultaten te verklaren.
Kinderen die huisonderwijs genieten, vertonen gemiddelde tot ruim bovengemiddelde leerprestaties op alle vakgebieden. De praktijk van huisonderwijs laat zien dat kinderen ook zonder schoolonderwijs tot aansprekende leerprestaties kunnen komen.
Het algemene beeld van de onderzoeksresultaten is, dat kinderen die huisonderwijs genieten zich gemiddeld sociaal beter ontwikkeld hebben dan kinderen die schoolonderwijs volgen. Hun zelfbeeld is positiever, ze zijn rijper en ze vertonen minder gedragsproblemen.
De meeste kinderen nemen deel aan allerlei sociale activiteiten en hebben meer contact met mensen van verschillende leeftijden dan kinderen die schoolonderwijs volgen.
Er is geen aanwijzing dat kinderen die huisonderwijs genieten zich in sociaal-emotioneel opzicht gebrekkiger ontwikkelen dan kinderen die schoolonderwijs volgen. Ook is er geen aanwijzing dat kinderen die huisonderwijs krijgen meer moeite hebben om in de maatschappij hun draai te vinden. In de Verenigde Staten verricht onderzoek geeft eerder aanleiding om het tegenovergestelde te veronderstellen.
Inkomen en opleidingsniveau van de ouders kunnen niet of slechts in geringe mate dienen als indicator voor de verklaring en voorspelling van de leerprestaties van kinderen die huisonderwijs genieten. Er is geen aanwijzing dat deze variabelen een belangrijkere rol spelen m.b.t. huisonderwijs dan m.b.t. schoolonderwijs. Uit alle onderzoeken blijkt dat een onderwijsbevoegdheid van ouders niet noodzakelijk is om kinderen die huisonderwijs genieten betere leerprestaties te laten behalen.
In hoofdstuk 3 wordt beschreven op welke wijze ouders invulling geven aan huisonderwijs en wordt een hypothese geformuleerd om de resultaten van huisonderwijs te verklaren.
De inrichting van het huisonderwijs vindt in de praktijk op zeer veel verschillende manieren plaats.
De tijd die per week besteed wordt aan huisonderwijs varieert enorm – in één onderzoek worden extremen van 0 (volledig autonoom onderwijs) en 45 uur genoemd; de gemiddelde bestede tijd per week bedroeg 15 uur. Een belangrijk deel van deze tijd is een ouder, gewoonlijk de moeder, aanwezig. Omdat de ouders vaak ook extra energie steken in het verzorgen van het sociale netwerk, is huisonderwijs tijdrovend.
Ouders vervullen verschillende rollen: instructeur, consultant, inspirator, facilitator, mede-leerling. Hoewel de nadruk op elk van deze rollen voor elke ouder anders zal liggen, is het gebruikelijk dat alle rollen in de interactie met de kinderen een plaats krijgen, vaak binnen het tijdsbestek van één dag.
Kinderen opereren in verschillende disciplinaire contexten: van hen wordt autoritaire, democratische en autonome discipline gevraagd. Ook hiervoor geldt, dat het gebruikelijk is dat alle vormen van discipline een plaats krijgen, vaak binnen het tijdsbestek van één dag, hoewel per gezin de nadruk op bepaalde vormen van discipline verschilt.
Leerplannen en lesprogramma’s vertonen een al even grote diversiteit. Lesmateriaal wordt gehaald uit schriftelijke cursussen, handboeken, schoolboeken, de bibliotheek, de (multi)media, buitenshuis.
Het hedendaagse huisonderwijs blijkt wezenlijk te verschillen van het klassieke huisonderwijs.
De volgende factoren dragen waarschijnlijk in belangrijke mate bij tot het gebleken succes van huisonderwijs:
- Ouders hechten grote waarde aan gepast onderwijs voor hun kinderen
- Ouders zijn bereid en in staat veel tijd te steken in het onderwijs en de opvoeding van hun kinderen. Het komt er in de ‘praktijk op neer dat één van de ouders, veelal de moeder, geen volledige baan of zelfs geen betaalde baan heeft
- Kinderen volgen een leerplan dat op hen toegesneden is
- Het leerplan en het tijdrooster worden veelvuldig bijgesteld
- Kinderen zijn vaak in grote mate medeverantwoordelijk voor
- de vormgeving van het leerplan en het tijdrooster
- Kinderen krijgen veel ervaring in de afwisseling van verschillende vormen van discipline
- Ouders en kinderen maken gebruik van een groot aantal hulpmiddelen, mensen en lokaties
- De overgang tussen leven en leren is meestal transparant
Een aantal van deze factoren kan niet of slechts met grote moeite in het schoolonderwijs ingevoerd worden.
Hoofdstuk 4 bevat een overzicht van de manier waarop in de Verenigde Staten en Engeland de overheid omgaat met huisonderwijs. Daarnaast wordt beschreven welke organisaties ouders ondersteunen en wordt de overgang van schoolonderwijs naar huisonderwijs en vice versa behandeld.
Het toezicht op de kwaliteit van huisonderwijs berust in de Verenigde Staten bij de afzonderlijke staten en in Engeland bij de Local Education Authorities. Enkele staten stellen vooraf eisen; de meeste staten verlangen dat kinderen regelmatig getest worden. In Engeland voeren de Local Education Authorities gewoonlijk controle uit door middel van huisbezoek.
Sommige kinderen wisselen in hun “leercarrière” bewust huisonderwijs af met schoolonderwijs.
In hoofdstuk 5 wordt bezien in hoeverre huisonderwijs in Nederland wettelijk mogelijk is.
De Nederlandse wetgever wijst huisonderwijs als vrijstellingsgrond voor de leerplicht af. De Leerplichtwet 1969 schrijft schoolonderwijs voor en staat geen alternatieven toe waarmee aan de leerplicht voldaan wordt. Ouders kunnen slechts in enkele bijzondere gevallen overgaan tot huisonderwijs. Er moet dan, los van de wens tot het geven van huisonderwijs, een reden voor vrijstelling van de verplichting tot inschrijving aanwezig zijn.
Wanneer ouders op principiële gronden kiezen voor huisonderwijs voor een kind dat nog niet naar school gegaan is, zullen zij moeten kunnen aantonen:
- Dat huisonderwijs een wezenlijk onderdeel is van een levensbeschouwelijke visie, dus meer is dan een kwestie van het soort onderwijs;
- Dat het hedendaagse huisonderwijs iets wezenlijk anders is dan de perceptie van huisonderwijs ten tijde van de wetswijziging.
Voor dit geval bestaat geen precedent.
Een uit de openbare kassen te bekostigen basisschool kan niet opgericht worden met als bestaansgrond, huisonderwijs mogelijk te maken.
Een bestaande basisschool die huisonderwijs mogelijk wil maken, zal de inspectie en de Onderwijsraad op zijn weg vinden en, ingeval van een negatief besluit van de Onderwijsraad, beroep kunnen instellen bij de Raad van State.
Ouders die een niet-bekostigde school voor huisonderwijs oprichten, lopen de kans uiteindelijk voor de kantonrechter gedaagd te worden. In dit en het voorgaande geval moeten ouders beschikken over een onderwijsbevoegdheid als hun betrokkenheid bij de school een meer dan incidenteel karakter heeft.
Ouders kunnen de Minister vragen om een regeling of beschikking volgens artikel 1a van de Leerplichtwet ter zake één of meerdere scholen, gericht op het mogelijk maken van huisonderwijs.
Voor de vier bovengenoemde constructies bestaan geen precedenten.
Het Europees recht maakt huisonderwijs niet op voorhand onmogelijk. De Europese Commissie spreekt van “compulsory schooling, be it in State schools or private tuition of a satisfactory standard”. “Verification and enforcement of educational standards” blijven overheidstaken. Het is denkbaar dat ouders er filosofische overtuigingen op na houden waarvan huisonderwijs een wezenlijk onderdeel is. De Staat zal zich ervan moeten verzekeren dat het recht op onderwijs van het kind daarmee niet tekort gedaan wordt.
In hoofdstuk 6 wordt beschreven in hoeverre er draagvlak bestaat om in Nederland huisonderwijs mogelijk te maken. Bovendien wordt aangegeven in welk opzicht ervaringen die met huisonderwijs opgedaan zijn van belang kunnen zijn voor het schoolonderwijs.
De huidige vraag van Nederlandse ouders en kinderen naar huisonderwijs is vrijwel nihil. Over de potentiële vraag valt niets concreets te zeggen.
Het onderwijsbeleid, met name ten aanzien van leerplicht, kan als volgt getypeerd worden:
- Leerplicht is nodig
- Leerplicht en schoolplicht zijn identiek
- Scholen zijn verantwoordelijkheid voor de voortgang van het leerproces van kinderen
- De huidige begrenzing van de periode tijdens welke kinderen volledig leerplichtig zijn, geeft een minimum garantie voor een adequate maatschappelijke voorbereiding. Tijdens deze periode dient ernaar gestreefd te worden dat kinderen zo min mogelijk verzuimen.
Er bestaat op dit moment bij de fracties van CDA. D’66 en PVDA geen draagvlak om het ouders en kinderen mogelijk te maken om te kiezen voor huisonderwijs. De volgende redenen worden het meest genoemd:
- Er is op dit moment geen sprake van een duidelijke behoefte aan huisonderwijs
- Een sterke toename van de behoefte aan huisonderwijs wordt niet verwacht
- Het schoolonderwijs biedt voldoende kwaliteit
- veeljarig voltijds schoolonderwijs is voor de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke toerusting van kinderen onmisbaar
- Een effectief en efficiënt toezicht op de kwaliteit van huisonderwijs is moeilijk te realiseren.
De VVD-fractie meent dat de overdracht van kennis de kerntaak van scholen is. In de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke toerusting van kinderen kan ook buiten de schoolomgeving voorzien worden, hoewel scholen hierin een nuttige taak hebben. Deze partij zou zich niet op voorhand verzetten tegen een wetswijziging die huisonderwijs mogelijk zou maken.
Uit de ervaringen met huisonderwijs kunnen de volgende aanbevelingen voor de praktijk van het schoolonderwijs gedistilleerd worden:
- Ouders intensief betrekken bij het onderwijs en de opvoeding van hun kinderen
- Maatwerk leveren in het leeraanbod aan kinderen
- Kinderen ervaring laten opdoen met verschillende vormen van discipline
- Gebruikmaken van een groot aantal hulpmiddelen, mensen en lokaties.
7 CONCLUSIES
De concludies zijn puntsgewijs weergegeven
1. Huisonderwijs is sedert ongeveer twintig jaar in een aantal landen sterk in opkomst.
2. Ouders kiezen om veel verschillende redenen voor huisonderwijs.
Veel ouders zijn ontevreden over het schoolonderwijs:
- Ze zijn ontevreden over de school als leef- en leeromgeving
- Ze verzetten zich tegen de identiteit en doeleinden van scholen
- Ze zijn ontevreden over de kwaliteit van het onderwijs
- Naarmate het voorbeeld en de voordelen van huisonderwijs bij meer mensen bekend werden. hebben steeds meer mensen gekozen voor huisonderwijs vanwege de intrinsieke waarde. Redenen die dan genoemd worden, zijn:
- De thuissituatie is een natuurlijke plek en uitvalbasis om te leven en te leren
- ouders kunnen maximaal invloed uitoefenen op de opvoeding van hun kinderen
- Het onderwijs kan flexibel ingericht worden en afgestemd worden op de behoeften van de kinderen
- Huisonderwijs is voor de ouders een verrijkende ervaring en versterkt het gezinsleven
3. Ouders die voor huisonderwijs kiezen, vormen een gemengd gezelschap – ze beperken zich niet tot bepaalde geloofs- of politieke stromingen, inkomensklassen of opleidingsniveaus. De opvattingen van de ouders over het doel en de inrichting van (huis)onderwijs lopen sterk uiteen.
4. Kinderen die huisonderwijs genieten, vertonen gemiddelde tot ruim bovengemiddelde leerprestaties op alle vakgebieden. De praktijk van huisonderwijs laat zien dat kinderen ook zonder schoolonderwijs tot aansprekende leerprestaties kunnen komen.
5. Er is geen aanwijzing dat kinderen die huisonderwijs genieten zich in sociaal-emotioneel opzicht gebrekkiger ontwikkelen dan kinderen die schoolonderwijs volgen. ook is er geen aanwijzing dat kinderen die huisonderwijs krijgen meer moeite hebben om in de maatschappij hun draai te vinden. In de Verenigde Staten verricht onderzoek geeft eerder aanleiding om het tegenovergestelde te veronderstellen.
6. Inkomen en opleidingsniveau van de ouders kunnen niet of slechts in geringe mate dienen als indicator voor de verklaring en voorspelling van de leerprestaties van kinderen die huisonderwijs genieten. Er is geen aanwijzing dat deze variabelen een belangrijkere rol spelen m.b.t. huisonderwijs dan m.b.t. schoolonderwijs. Uit alle onderzoeken blijkt dat een onderwijsbevoegdheid van ouders niet noodzakelijk is om kinderen die huisonderwijs genieten betere leerprestaties te laten behalen.
7. De inrichting van het huisonderwijs vindt in de praktijk op zeer veel verschillende manieren plaats.
8. De volgende factoren dragen waarschijnlijk in belangrijke mate bij tot het gebleken succes van huisonderwijs:
- Ouders hechten grote waarde aan gepast onderwijs voor hun kinderen
- Ouders zijn bereid en in staat veel tijd te steken in het onderwijs en de opvoeding van hun kinderen. Het komt er in de praktijk op neer dat één van de ouders, veelal de moeder, geen volledige baan of zelfs geen betaalde baan heeft
- Kinderen volgen een leerplan dat op hen toegesneden is
- Het leerplan en het tijdrooster worden veelvuldig bijgesteld
- Kinderen zijn vaak in grote mate medeverantwoordelijk voor de vormgeving van het leerplan en het tijdrooster
- Kinderen krijgen veel ervaring in de afwisseling van verschillende vormen van discipline
- Ouders en kinderen maken gebruik van een groot aantal hulpmiddelen, mensen en lokaties
- De overgang tussen leven en leren is meestal transparant
Een aantal van deze factoren kan niet of slechts met grote moeite in het schoolonderwijs ingevoerd worden.
9. Het hedendaagse huisonderwijs is een wezenlijk andere vorm van onderwijs dan het klassieke huisonderwijs.
10. Het toezicht op de kwaliteit van huisonderwijs berust in de Verenigde Staten bij de afzonderlijke staten en in Engeland bij de Local Education Authorities. Enkele staten stellen vooraf eisen; de meeste staten verlangen dat kinderen regelmatig getest worden. In Engeland voeren de Local Education Authorities gewoonlijk controle uit door middel van huisbezoek.
11. Sommige kinderen wisselen in hun “leercarrière” bewust huisonderwijs af met schoolonderwijs.
12. De Nederlandse wetgever wijst huisonderwijs als vrijstellingsgrond voor de leerplicht af. De Leerplichtwet 1969 schrijft schoolonderwijs voor en staat geen alternatieven toe waarmee aan de leerplicht voldaan wordt. ouders kunnen slechts in enkele bijzondere gevallen overgaan tot huisonderwijs. Er moet dan, los van de wens tot het geven van huisonderwijs, een reden voor vrijstelling van de verplichting tot inschrijving aanwezig zijn.
13. Wanneer ouders op principiële gronden kiezen voor huisonderwijs voor een kind dat nog niet naar school gegaan is, zullen zij moeten kunnen aantonen:
Dat huisonderwijs een wezenlijk onderdeel is van een levensbeschouwelijke visie, dus meer is dan een kwestie van het soort onderwijs;
Dat het hedendaagse huisonderwijs iets wezenlijk anders is dan de perceptie van huisonderwijs ten tijde van de wetswijziging.
Voor dit geval bestaat geen precedent.
14. Een uit de openbare kassen te bekostigen basisschool kan niet opgericht worden met als bestaansgrond, huisonderwijs mogelijk te maken.
Een bestaande basisschool die huisonderwijs mogelijk wil maken, zal de inspectie en de Onderwijsraad op zijn weg vinden en, ingeval van een negatief besluit van de Onderwijsraad, beroep kunnen instellen bij de Raad van State.
Ouders die een niet-bekostigde school voor huisonderwijs oprichten, lopen de kans uiteindelijk voor de kantonrechter gedaagd te worden. in dit en het voorgaande geval moeten ouders beschikken over een onderwijsbevoegdheid als hun betrokkenheid bij de school een meer dan incidenteel karakter heeft.
Ouders kunnen de Minister vragen om een regeling of beschikking volgens artikel la van de Leerplichtwet terzake één of meerdere scholen, gericht op het mogelijk maken van huisonderwijs.
Voor deze constructies bestaan geen precedenten.
15. Het Europees recht maakt huisonderwijs niet op voorhand onmogelijk. De Europese Commissie spreekt van “compulsory schooling, be it in State schools or private tuition of a satisfactory standard”. “Verification and enforcement of educational standards” blijven overheidstaken. Het is denkbaar dat ouders er filosofische overtuigingen op na houden waarvan huisonderwijs een wezenlijk onderdeel is. De Staat zal zich ervan moeten verzekeren dat het recht op onderwijs van het kind daarmee niet tekort gedaan wordt.
16. De huidige vraag van Nederlandse ouders en kinderen naar huisonderwijs is vrijwel nihil. Over de potentiële vraag valt niets concreets te zeggen.
17. Het onderwijsbeleid, met name ten aanzien van leerplicht, kan als volgt getypeerd worden:
- Leerplicht is nodig
- Leerplicht en schoolplicht zijn identiek
- Scholen zijn verantwoordelijkheid voor de voortgang van het leerproces van kinderen
De huidige begrenzing van de periode tijdens welke kinderen volledig leerplichtig zijn, geeft een minimum garantie voor een adequate maatschappelijke voorbereiding. Tijdens deze periode dient ernaar gestreefd te worden dat kinderen zo min mogelijk verzuimen.
18. Er bestaat op dit moment bij de fracties van CDA, D’66 en PVDA geen draagvlak om het ouders en kinderen mogelijk te maken om te kiezen voor huisonderwijs. De volgende redenen worden het meest genoemd:
- Er is op dit moment geen sprake van een duidelijke behoefte aan huisonderwijs
- Een sterke toename van de behoefte aan huisonderwijs wordt niet verwacht
- Het schoolonderwijs biedt voldoende kwaliteit
- Veeljarig voltijds schoolonderwijs is voor de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke toerusting van kinderen onmisbaar
- Een effectief en efficiënt toezicht op de kwaliteit van huisonderwijs is moeilijk te realiseren.
De VVD-fractie meent dat de overdracht van kennis de kerntaak van scholen is. In de persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke toerusting van kinderen kan ook buiten de schoolomgeving voorzien worden, hoewel scholen hierin een nuttige taak hebben. Deze partij zou zich niet op voorhand verzetten tegen een wetswijziging die huisonderwijs mogelijk zou maken.
19. Uit de ervaringen met huisonderwijs kunnen de volgende aanbevelingen voor de praktijk van het schoolonderwijs gedistilleerd worden:
- Ouders intensief betrekken bij het onderwijs en de opvoeding van hun kinderen
- Maatwerk leveren in het leeraanbod aan kinderen
- Kinderen ervaring laten opdoen met verschillende vormen van discipline
- Gebruikmaken van een groot aantal hulpmiddelen, mensen en lokaties.
ENGLISH SUMMARY
A CHOICE UNHEARD-OF: HOME EDUCATION AS AN ALTERNATIVE BESIDE EDUCATION IN SCHOOLS
SUMMARY
Education in the Netherlands is compulsory for all children of school-age. School attendance is compulsory according to the 1969 Compulsory Education Act. Children attend school unless parents succesfully apply for exemption. The research carried out aims at:
- Informing concerned parties in the Netherlands about home education as it has been developing over the past twenty years, with specific reference to the United States and England
- Exploring the possibilities of choosing for home education within the Dutch legal framework
- Gauging the opinion of parties concerned about the relevance and desirability of allowing home education in the Netherlands.
In Chapter 1, parents’ reasons and motives for choosing for home education are summarised. Reasons are broadly grouped into two categories (which are consequently subdivided):
- Dissatisfaction with education in schools
- Enthusiasm about the intrinsic values of home education
The diversity of backgrounds, reasons and motives is emphasised and demonstrated.
In Chapter 2, research concerning the results of home education is summarised. Intellectual feats and socialisation are dealt with in separate sections. The lack of significance of parent income, parent level of education and parent teacher certification with regard to home education results is discussed.
In Chapter 3, the way in which parents and children home-educate is described in five sections:
- Parent roles
- Child discipline
- Curriculum
- Time management
- Resources
Care is taken to stress that no two families home-educate in the same way.
It is put that present-day home education differs fundamentally from pre-war home education.
A number of success-engendering factors are identified:
- Parents are very concerned that their children receive a fitting education
- Parents are willing and able to devote a lot of time to raising and educating their children
- Any curriculum is adapted to the needs and possibilities of the child concerned
- Curricula and schedules are frequently reviewed and adapted
- Children take an active part in deciding what they learn, when and how
- Children experience various types of discipline
- Parents and children use a wide variety of resources, both inside and outside the home
- Life and learning are not artificially separated
Chapter 4 contains information on how public authorities in the United States and England safeguard the home-educated child’s right to education. Various support organisations are described. The concept of flexi-time is illustrated.
Chapter 5, discusses whether home education is legal in the Netherlands.
Home education is no ground for exemption under the 1969 Compulsory Education Act, i.e.: parents cannot refrain from sending their children to school solely on their wanting to home- educate their children. Parents applying for an exemption would have to prove:
- That home education is an integral part of the parents’ philosophical convictions;
- That present-day home education is fundamentally different from home education as it was conceived to be at the time of the drafting of the 1969 Compulsory Education Bill.
As yet, there is no precedent for such an application.
In the Netherlands, parents are in principle entitled to found a government-funded school in order to ensure that the education their children receive is according to their wishes. Would home education be legal under the auspices of an existing or new- founded school? Three possibilities were investigated:
- A new government-funded school, aiming to enable the children to be home-educated
- An existing school, offering flexi-time arrangements
- A new private school, aiming to enable the children to be home-educated
Option 1 is out.
Options 2 and 3 are only open for parents with a teacher certification and will need the consent of the Ministry of Education. Both options are unprecedented.
In Chapter 6, an inquiry into the level of support for home education is described.
Presently, there is no public demand for home education.
Government policy with regard to education can be characterised as follows:
- Compulsory education is necessary
- Education must come about through schooling
- Schools are responsible for the children’s learning, social development and preparation for society
- Compulsory education lasts from ages five through to sixteen. This period is considered to render a minimal guarantee for competence in society. During this period, attendance should be full-time
- The four major political parties were asked to reflect on the findings of Chapters 1, 2 and 3.
Three political parties would not consider home education as a option which they would support, because:
- There is no public demand for home education, nor is there likely to be any sizeable demand in the near future
- Education in Dutch schools is of a satisfactory standard
- School attendance is indispensable for the personal development and social skills of children
- Inspection of home-educating families can hardly be conducted in an effective and efficient way
One political party regarded home education as a highly interesting phenomenon. Whereas they agreed to the reasons 1, 2 and 4 given above as correct, they did not regard school attendance as indispensable for the personal development and social skills of children. This party would not reject out of hand a change of law to allow home education.
Dutch society has strong egalitarian tendencies. Home education is by and large seen as counteracting those tendencies and is therefore rejected by most parties concerned.
Lex Wakelkamp
Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.